Niet weten mag
Mijn collega, die vele jaren terug geholpen heeft mijn website op te bouwen, vroeg me zo nu en dan of het niet eens tijd werd, dat ik een nieuwe column zou schrijven? Er was inderdaad de nodige tijd overheen gegaan, eer ik een nieuwe column schreef. Oorzaak? De techniek! Ik wist niet meer hoe ik veranderingen kon aanbrengen op mijn website. Maar nu heeft deze behulpzame collega, die hier wel goed in thuis is, me aangeboden de boel op te frissen. Een iets uitgebreider abonnement aangeschaft op zijn advies en zie, nu kan ik het weer zelf!
Ik heb inmiddels alweer vijftien jaar een eigen praktijk en ben blij hier zo te kunnen werken. Het creëren van een eigen ruimte, waarin ik, samen met mijn cliënt, kan bepalen hoe lang ik wil werken. Niet achter de vodden gezeten worden met schema’s, waarin staat of je ‘productie’ toereikend is of dat je nog ‘efficiënter’ zou moeten werken. Of anders gezegd, nog meer mensen zou moeten zien in hetzelfde aantal uren, om de gestelde productienorm te behalen!
Dit verschijnsel, dat alles steeds sneller en onpersoonlijker wordt, zie je niet alleen in de wereld van de gezondheidszorg, maar eigenlijk overal om ons heen in onze westerse maatschappij. We willen steeds meer, steeds sneller en steeds goedkoper. Of anders gezegd: ‘We lopen continu achter een worst aan, en als we die worst eindelijk hebben, creëren we gauw een nieuwe”. In een interview met filosoof Jan Bor las ik hier een paar boeiende uitspraken over, die volledig aansluiten bij mijn gedachtengoed en zijn.
Dit gaat over het feit, dat wij veel kunnen leren van het oosten. Eén van de grootste ontdekkingen van de mensheid, naast compassie, is het besef dat we individuen zijn. Maar dat kun je vervolgens fout gaan interpreteren. We interpreteren het fout wanneer we ervan uitgaan dat we in een soort van binnenkamer leven, en dat de wereld zich daarbuiten bevindt, zoals Descartes dacht: cogito, ergo sum. Als je dat denkt, heb je je bij voorbaat al vervreemd van de werkelijkheid.
We zitten echter niet opgesloten in een binnenkamer, in een denkend ‘ik’. Denken is maar één functie van ons, het is eigenlijk een vorm van handelen. Behalve denkende wezens zijn we ook zintuiglijke wezens. Aanraking is iets heel belangrijks. Denk maar aan een baby’tje dat ligt te huilen: daar kan je intens contact mee hebben, zonder dat er in termen van taal iets wordt uitgewisseld.
Het komt er op neer, dat de werkelijkheid waarin wij leven veel te veel gereduceerd wordt tot wat weetbaar en meetbaar is. Die werkelijkheid bestaat uit natuurkundige of wiskundige formules en heeft geen kwaliteiten. Die is niet mooi, niet lelijk, niet lekker, niet verdrietig. De wetenschap is heel kwaliteitsvol, maar het deel van de werkelijkheid dat zintuiglijk is, aanraakbaar is, daar hebben we veelal geen antwoord op. Dat zijn dingen, waar men niets mee kan. Een zoen bestaat niet, een aanraking bestaat niet. Ons hele contact met de zintuigen krijgt in dit geheel geen plek! Als mensen zich tot elkaar aangetrokken voelen, wordt er veelal gesproken in termen van hormonen; het zijn maar stofjes….ik denk dat we ons hier zelf enorm mee tekort doen. De verbondenheid, zowel met onszelf als met de wereld om ons heen, met onze geliefden is heel fundamenteel!
Het gaat om de weg, die we in het leven begaan. De weg bestaat in het begaan ervan. De weg zelf is het doel. En soms is het antwoord op de vraag, wat wijsheid is, dat je het niet weet. Dat je dan vooral leert te accepteren, wat er is.
En het is deze weg, waarin we binnen therapie samen een stukje afleggen.
Nora Levits